Cursussen





1.1. Algemene Informatie

Allereerst beoogd de cursus dat u zelf leert hoe de hond een goede opvoeding te geven. De instructeur geeft slechts richtlijnen. Zijn er problemen dan zal hij/zij u met adviezen behulpzaam zijn. Een goed opgevoede hond zal zich altijd en overal rustig en evenwichtig gedragen. Tijdens het wandelen zal hij rustig meelopen zonder te trekken. Hij zal rustig blijven liggen en geen andere mensen lastig vallen; b.v. op een terras, strand, winkel enz. Hij zal zich rustig laten betasten en het gebit laten zien; b.v. bij de dierenarts of op een tentoonstelling. Hij zal onmiddellijk komen als dat nodig is, of juist wachten tot b.v. fietsers of trimmers voorbij zijn.

 

Er zijn verschillende methoden om een hond een bepaalde oefening aan te leren. De instructeur geeft daarvoor de richtlijnen. Het is aan u om de juiste methode te vinden die bij u én uw hond past.

 

Hulpmiddelen om een hond iets te leren zijn: stem – riem – gebaren – brokjes – speeltje. Belonen is de beste manier om een hond iets te leren. Zorg ervoor, wanneer u met de hond oefent, dat de oefening zo wordt uitgevoerd dat de hond niet in de fout kan gaan. Nogmaals: Belonen werkt beter dan straffen. Oefen regelmatig. Het is beter 3x daags ± 10 minuten te oefenen, dan 1x daags een half uur.

 

Ga niet experimenteren, dat brengt de hond alleen maar in verwarring. Heb veel geduld en verlies uw zelfbeheersing niet. Gebruik NOOIT GEWELD. De hond is geen mens en denkt dus ook niet als een mens. Wees consequent en rechtvaardig tegenover uw hond. Stel vertrouwen in uw hond, dan krijgt u ook vertrouwen en vriendschap terug.

 

1.2. Belangrijke commando’s

Tijdens de training komen worden diverse commando’s cq opdrachten aangeleerd. Onderstaand worden deze kort toegelicht. U zult deze commando’s tijdens de cursus stap voor stap leren gebruiken.

  • aandacht = Aandacht of Let Op
  • gaan liggen = Af
  • gaan staan = Staan (lang uitspreken, met lange aaaaaaa)
  • volgen = Volg
  • komen op bevel = Kom Voor
  • vrij geven = Vrij
  • stoppen = Genoeg
  • belonen = Braaf / Goed Zo etc (met hoge stem)
  • bestraffen = Foei / Nee (met lage stem)
  • blijven = Blijf (baas gaat altijd zelf terug)
  • wachten = Wacht (baas roept hond bij zich)
  • wegzenden = Vooruit
  • naar de riem = Terug Plaats